Thuisquarantaine 1
Thuisquarantaine. Na vier dagen hoest ik nog steeds, ik heb een verstopte neus en ben moe. Geen koorts. Waarschijnlijk een hardnekkige gewone verkoudheid waar ik normaalgesproken mee gewerkt zou hebben, maar omdat ik Brabander ben betekent dat thuisblijven. En al zou ik opknappen: mijn agenda veegt zich steeds schoner. Onze repetitiezaal is gesloten. Voorstellingen die ik dit weekend zou gaan zien zijn afgelast. Mijn Franse schoonouders die zouden komen doen dat niet, bang voor besmetting en bang om Brabant niet meer uit te kunnen.
Het nieuws buitelt over zichzelf heen, maatregelen worden afgekondigd en alweer overschreven. Ik bel dagelijks met mijn oude oudertjes in de Achterhoek, waar corona vooral nog dreigend nieuws is. Ik app mijn kinderen die niet thuiswonen. Mijn zus die een andere ziekte uitziekt.
Er komt een berusting over me als in een hittegolf of bij andere overmacht, overgave is al wat rest. Ik hoest, stoom en rust uit. Ik ruim op. Ik poets. Ik lees een boek uit. Ik doe mijn boekhouding. Repareer kapotte kledingstukken, een lamp, een poppetje. Dingen waar ik in geen jaren aan toe kwam.
Ik maak soep met wel vijftien ingrediënten, het ontstaat al doende uit mijn handen. Ik klets met mijn dochter, wandel met haar langs het riviertje achter ons huis. Een interview kan gelukkig telefonisch, regelmatig krijgt een van ons een hoestbui, de ander wacht beleefd.
Ik ruim de tuintafel op en lunch buiten, tussen bloeiende hyacinten, maagdenpalm, narcisjes, wolfsmelk en de reuzensneeuwklokjes die mijn lief laatst plantte. De rivier is overstroomt tot een vijver op het grasveld, waar honden doorheen rennen in opperste vrolijkheid. Duiven, roodborstjes en mezen eten geknoeid vogelvoer van de tafel. De meerkoetjes verkennen de rivier op beste ligging voor een nest.
Ik hoor dat schoolsluiting dreigt. We gaan vreemde weken tegemoet. Weken die flexibiliteit, creativiteit en incasseringsvermogen zullen vragen, solidariteit en behulpzaamheid. Weken waarin we gedwongen pas op de plaats maken en de kwaliteiten daarvan zullen herontdekken.
Onze huizen en tuinen worden thuizen, gewied, opgeruimd, gepoetst, geschilderd, een kaarsje aan, de spelletjes op tafel, meegesleurd in een boek, tijd voor een echt gesprek, tijd om elkaar vast te houden.
We kijken onszelf aan.
Onze naasten.
Wie beter is gaat billen wassen, boodschappen doen en koken voor een buur, een fabrieksshift draaien, kinderen opvangen, prei planten.
Hier is de genade.