Dag grote clown
Popov begon een internationale clownsschool in Rusland. Dat stond in de krant, ik denk in 1991. Ik was na twee jaar Ecole International de Theatre Lassaad in Brussel naar de Akademievoor Drama in Eindhoven gekomen, zat intussen in het derde jaar, met zeven meiden in de acteursklas, nadenkend over stages, gezelschappen, regisseurs: de toekomst. In Brussel waren de weken dat we clownerie kregen hoogtepunten. Het kleinste masker, het masker dat onthult. Je kwetsbaarheid en naïviteit zichtbaar maakt. De sukkel in jezelf. Het kind. De wanna-be. In een directe verbinding met het publiek. Hier en nu. Clowns zijn internationaal. Reizen de wereld rond. Ik wilde naar Popovs school, naar Rusland. Verder zwerven.
Zijn circus kwam naar Nederland, naar een buitenwijk van Tilburg. Het Staatscircus van Moskou. Ik ging er heen, met de fiets naar het station, met de trein naar Tilburg, met de bus naar die wijk, zoeken, vinden, zenuwen. Met in mijn zak een brief voor Popov, in het Engels. Ik zag de show. Popov was geweldig. Na afloop gaf ik de brief aan een Russische stalknecht, die me beloofde hem aan Popov te geven en me bezwoer dat ik terug moest komen die week, dat Popov altijd een sigaretje rookte in de pauze, buiten, aan de achterkant van de tent. Dat mister Popov me zeker te woord zou staan. Dat hij goed Engels sprak. “He will come talk to you, I will tell him you come.”
Een paar dagen later maakte ik de reis opnieuw. Met de fiets naar het station, met de trein naar Tilburg, met een kloppend hart in de bus. Buiten was het grijs. Stil. Een onbenoembaar vacuüm. Groepen vogels maakten oefenvluchten, ter voorbereiding van hun reis naar het zuiden. Ik liep langs de flats naar het veld waar de tent stond. Aan de achterkant wachtte ik achter het hoge hek tot het pauze was in het circus. De muziek verstomde. Na een paar minuten slenterde een kleine man naar buiten. Het was Popov, de grote clown. “Popov! Mister Popov!” Hij stak een sigaret op. “Popov, it’s me, Anemoon, I wrote you a letter.” Hij inhaleerde en blies de rook langzaam uit. “Popov, can I talk to you, I want to come to your school, in Russia.” Popov rookte en keek naar niks. “Popov, mister Popov!” Hij gooide zijn peuk op de grond, trapte hem uit en liep de tent weer in. De muziek begon.
Ik reisde terug naar Eindhoven. Bladeren op het fietspad. De lichten in mijn studentenhuis waren al uit.