Uitzetting

Mijn vader van 89 demonstreerde gisteren in Den Haag tegen de uitzetting van Lili en Howick. Graag had ik dat samen met hem gedaan, net als tegen de Vietnamoorlog, tegen de kruisraketten en tegen de Irakoorlog, maar ik was jammergenoeg ziek. ’s Avonds had ik hem aan de telefoon, hij was heel geëmotioneerd. Hij vertelde hoe hij in 1942 in Vught op het hoekje van de vroegere Wilhelminalaan, door de Duitsers omgedoopt tot Esdoornlaan, op een zonnige dag oog in oog had gestaan met Hansje en Willy Trompetter, twee Joodse jongens uit Vught, van ongeveer zijn leeftijd toen. “In die tijd was alles gescheiden, Katholieken praatten niet met andersdenkenden, laat staan met Joden. Ik zie het nog voor me, het tweedjasje dat ze droegen, van wol, zo’n visgraatstof, daar zaten van die jodensterren op. “Die moeten we op”, zeiden ze. Keurige nette mensen, jongens met ambitie, die hun best deden op school, die helemaal meedraaiden in de maatschappij. Ik heb ze nooit meer gezien, behalve op de lijst slachtoffers van het transport uit ‘43.” Op de demonstratie gisteren was door het publiek gescandeerd: “Ze zijn al thuis, ze zijn al thuis”. Mijn vader kon het niet, zijn keel zat dicht. Triest, Beschaamd. Boos. “Dat we in dit land scholieren het land uit zetten, dat kun je niet doen. Hier gebeurd iets dat niet hoort te gebeuren. Dit kan niet. Godsonmogelijk. Kinderen deporteren, die iets willen, die hun best doen, die al jaren in onzekerheid leven, weerloze jonge mensen, die ons land uitgeflikkerd worden omdat er nou toevallig een rotpartij aan de macht is, die niet afgestraft wordt omdat ze een meerderheid hebben.” Hij was blij daar te staan tussen ‘gemotiveerde, ook heel geëmotioneerde mensen, die iets rechtvaardigs willen bereiken’. Hij had zich voorgenomen na afloop een lekker hapje te eten bij het Haagse restaurant Garoeda, en daarna nog even de Bijenkorf binnen te lopen, voor de lange treinreis terug naar Doetinchem. Hij kon het niet. Langs het Torentje van Rutte op het Binnenhof lopend dacht hij: ‘Ik zou naar binnen willen lopen en zeggen: “sodemieter toch op.”’ Mijn vader schreef een beschaafde, felle, goed beargumenteerde brief naar staatssecretaris Mark Harbers om hem met klem te verzoeken zijn discretionaire bevoegdheid in te zetten om Lili en Howick thuis te houden. En alle kinderen in vergelijkbare situaties, door een kinderpardon. Laten we dat ook doen, schrijf, mail, bel de regeringspartijen en/of je eigen politieke partij om daar op aan te dringen. Dit mag niet gebeuren.

Per mail t.a.v staatsecretaris Mark Harbers/het ministerie van Justitie en Veiligheid: https://www.rijksoverheid.nl/contact/contactformulier per brief aan staatssecretaris Mark Harbers: p.a. Ministerie van Justitie en Veiligheid postbus 20301, 2500 EH Den Haag

En/of bellen: ChristenUnie: 070-318057 VVD: 070-3183057 CDA: 070-3424860 D’66 0703183066 IND: 088-0430430

Ik belde ze vandaag allemaal en was niet de enige. Stuitte op muren van ‘procedures zijn procedures’ en soms op een meevoelend  hart. De boodschappen worden verzameld en doorgegeven. Publieke opinie is kracht. Mijn mail en brief zijn onderweg. De jouwe?

Laat een reactie achter