Victor of de kinderen aan de macht

Toen ik 19 was speelde ik in Doetinchem met een groepje eigenzinnige jongeren onder regie van een net afgestudeerde theatermaker dit bizarre stuk dat ik nu zelf regisseer en herontdek.

Ik had het geluk dat er in Doetinchem, de stad van mijn middelbare school, een theatertje zat, de Kleine Holte, waar prachtig (muziek)theater werd gemaakt door bevlogen mensen. Een jaar nadat we met een circustent door de Achterhoek trokken en Brechts ontroerende Kaukasische Krijtkring speelden, maakten we met regisseur Ronald de Ceuster Victor of de kinderen aan de Macht. Achteraf, aan de foto’s te zien, een vrij onschuldige versie van dit krankzinnige stuk.

Opgeleid als actrice, cabaretière geweest, ontdekte ik een jaar of tien geleden, toen zelf spelen als alleenstaande moeder geen haalbare kaart meer was, het genot van regisseren; het scheppen van een universum, het je vanuit dat alwetend perspectief inleven in alle rollen en pogen spelers op de toppen van hun kunnen te brengen door te begrijpen en verwoorden wat er gebeurt, in een veilige en fijne sfeer. ”Het is lego, het is klei, ge moogt er mee spelen”, leerde autodidactisch toneeltovenaar (acteur/regisseur/schrijver) Peter de Graef me in een masterclass en ook “Wat is het meest spannende dat er nu zou kunnen gebeuren?” Ik werkte de afgelopen jaren met prachtige teksten, waarin een eigen, niet-realistische taal spreekt: Koning Ubu van Alfred Jarry, de Kale Zangeres van Ionesco, Risjaar motherfocker z’n derde van Tom Lanoye, de familie Toth van Orckeny en teksten van Danil Charms. Gebeeldhouwde teksten. Teksten om in te wonen.

De tekst van Victor herontdekte ik toen ik vorig jaar met Dick Zijp een workshop absurdisme gaf aan de Koningstheateracademie. Dat dit stuk uit 1928 zo bijzonder is heb ik destijds als puber niet begrepen. Dat de schrijver Rogier Vitrac ook Alfred Jarry kende en zelf inspirator bleek van Ionesco gaf me kippenvel, zielsverwante schrijvers, zonder hen waren denk ik Monty Python en Hans Teeuwen niet dezelfden geweest. Victor of de Kinderen aan de Macht is een mix van surrealisme, dadaïsme, absurdisme avant la lettre, realisme, drama en komedie, een weerbarstig stuk. De vertaling van Remco Campert is poëtisch en fris als de nieuwe lente.

Als volwassene ontdek ik nieuwe betekenissen in de relationele drama’s die zich afspelen, en de onderliggende thema’s van seks en macht en pijn. En van het in godsnaam nooit volwassen willen worden. Ik prijs me gelukkig met een groep spelers die zich met grote overgave in dit onderzoek storten en met wie het een uitdagende ontdekkingsreis is, in vertrouwen dat het, ondanks de race tegen de klok, toch weer goed zal komen. En die me productioneel alles uit handen nemen, waardoor ik in mijn overmoeie jaar alleen hoef te doen wat ik het liefste doe: zoeken hoe je van tekst naar werkelijkheid komt, als een soort omgekeerde therapie, als deze mensen dàt zeggen, wat voelen en denken ze dan, wat gebeurt er in hun lichaam, waardoor worden ze getriggerd, wat zijn hun impulsen en hoe kan ik dat theatraal vormgeven.

Een mooie weg in mijn leven om via theater bezig te zijn met spelen, met taal, met verhalen, met psychologie, met het lijf, met vormgeving en muziek, met sociale processen en te genieten van de intense verbondenheid die er in zo’n proces ontstaat, altijd weer.

Laat een reactie achter