La Comédie-Italienne
Goldoni in la Comédie-Italienne, een piepklein theatertje met honderd plaatsen, waarvan een aantal on-Nederlands uitklapbaar in de gangpaden. Barokke muurschilderingen, een laag kijkdoostoneel met een rijk-ogend low-budget decor. La Comédie Italienne opgericht in 1974, zit sinds 1980 in de rue de la Gaité in Parijs, de verloederde voormalige theaterstraat in Montparnasse. De zeventigjarige baas van dit Italiaans-Franse gezelschap, Attilio Maggiulli, blijkt de leermeester van de leermeester van mijn leermeester, hij bracht destijds de Comédia dell’arte uit Italië naar Ecôle Lecoq in Parijs, waar mijn meester Lassaad Saïdi het leerde en meenam naar zijn school in Brussel. Maggiulli gaf les over de hele wereld, speelde bij het destijds befaamde Théâtre du Soleil van Ariane Mnouchkine en in de Franse cultfilm ‘les Bronzés font du ski’. Hij blies driehonderd jaar oude stukken nieuw leven in, traditioneel, ambachtelijk, maar zoals het in de Comedia hoort: altijd eigen en dus altijd nieuw.
De Comedia in dit theater is nog springlevend, de acteurs zijn virtuoos in het genre, een aanrader voor iedereen die de roots van komedie, overgeleverde Comedia dell’arte wil zien. Het stuk van dit seizoen, over een oudere dame die de eeuwige jeugd wil kopen, is ondanks de klassieke tekst actueel en vol maatschappijkritiek.
De oude baas is somber, hij snauwt het publiek naar hun plaatsen en geeft bot antwoord op vragen. Het plezier en de trots zijn weg. De acteurs lijken na afloop teneergeslagen. Het publiek blijft na de aanslagen in Parijs weg, scholen mogen er niet meer komen. In 2013 reed Maggiulli zijn Citroën in het hek van het Elysee, als protest tegen fnuikende bezuinigingen, na een eerdere hongerstaking. De vechtlust lijkt ver weg. Het is de vraag of dit unieke theater deze nieuwe klap overleeft.