Oudejaarsochtend

Oudejaarsochtend 2017. Mijn kinderen slapen nog, mijn lief is buiten, voor het derde jaar bakt hij met de andere allochtonen uit Centraal Wonen oliebollen op het plein, dit keer onder een groot plastic dak vanwege het onstuimige weer. Ik draai de Brandenburgse Concerten, die ik als kind ook zo mooi vond. Buiten knalt en ploft het. Het geeft me een gevoel van geborgenheid. Deze dag is een fait accompli, zoals een dag vol sneeuw, of een dag in een hittegolf. Er is niets aan te doen en niets te doen. Ik overdenk mijn jaar. Een jaar waarin ik in mijn burn-out steeds zieker werd. Terwijl ik alsmaar dacht dat het eindelijk toch wel beter zou gaan. In de nieuwe lente. Met het lengen van de dagen. Als de zomer kwam. Maar mijn lijf was moe. Moe, moe, moe, tot in de botten. Mijn hoofd was moe. Mijn hart was moe. Mijn leven beperkte zich meestal tot een boodschap, het minimale huishouden tussen troep van jaren te druk en maanden onmogelijk, tot het maximale met mijn kinderen en mijn lief, één keer per week een kort telefoontje met mijn ouders en zus en mijn dagelijkse wandelingetje door het park achter mijn huis, god wat was dat mooi, ondanks snelweg en vliegtuigen, en iedere dag anders. Lezen, dat wou ik, al moest ik zinnen soms driemaal overlezen voor ze binnenkwamen. Mediteren was een noodzaak om mijn grond te kunnen voelen. Mijn wijze haptonome hielp me mijn lijf weer voelen. Soms schreef ik. Het wou er uit. Ik zag mensen fietsen op weg naar iets en kon me niet voorstellen dat ooit weer te kunnen. Iets te gaan doen. Er heen te fietsen. Ik voelde me als in een haaienaquarium, onder water, achter ondoordringbaar glas. Toen ik einde lente alles er bij neerlegde werd ik nog moeier. Wilde mijn bed niet meer uit. De zomer kwam. We gingen naar Frankrijk. Mijn lief pakte de auto in, reed, zette de tenten op, maakte onze plek mooi, kookte het eten, maakte het gezellig voor de meiden. Ik landde op mijn geliefde plek aan de rivier de Ardèche, in het dorpje van vrienden van jaren in ons gezamenlijk paradijs in de zon. Ik voelde me omringd, omhuld. Mijn meiden hadden het goed met hun leeftijdsgenoten, met wie ze op deze camping opgroeiden. Werden ’s middags wakker als de zon op hun tent brandde en kwamen ’s nachts terug van kampvuur op de rotsen en eieren bakken onder de sterren op het strand. Ik kon me terugtrekken in mijn hangmat of met een boekje in de schaduw aan de overkant van de rivier en soms een praatje maken op weg naar het toilet of heel soms ’s avonds tegen mijn lief aanhangend met vrienden rond een paar kaarsen in het zand lachen om helemaal niks. ’s Ochtends liepen we op blote voeten over het geitenpaadje naar la Cathédrale, een majestueuze rots een bocht verder. Deden daar Pilatus en yoga op vlakke rotsen terwijl de eerste kanoërs nog rustig langs peddelden. We zwommen terug. Armen, benen, armen benen, adem in, adem uit, slag na slag. Mijn lichaam werd sterker. Warm. Bruin. Ademend. Levendig. Ontspannen. Gelukkig. Soms was me alles teveel. Verloor ik mijn grond. Kon ik me nergens verschuilen. Verlangde ik naar een kloostercel. Ik gaf voor het eerst weer les. Op de best mogelijke plek in Frankrijk. Bereidde me voor als nooit te voren, zodat mijn warrige hoofd ergens op terug kon vallen. Bereidde mijn lichaam ’s ochtends voor met Pilatus en yoga. Deed gedisciplineerd een middagslaapje en ging vroeg naar bed, een kloosterritme. Het ging goed. De groep was fijn. Ik kon het nog. Het was ook leuk. En dankbaar werk. Toen alles liep danste ik ’s avonds tango in de salon van geweldig fijne tangoleraren. Ik danste met voorzichtige passen. Daarna had ik een kleine week alleen, op een naturistisch clubterreintje in de Bourgogne waar ik al eerder was. Een week in mijn zo verlangde kloostercel, maar dan een in de vorm van een klein tentje op een veldje vol bloemen, met een tafeltje, een stoeltje, één bord, één mes, één vork, één pan. Een boek, een doek om op te liggen en na een paar dagen de moed voor wandelingen door bossige heuvels, langs witte koeien, wijngaarden en Romaanse kerkjes. Mijn oude angst om in mijn eentje te wandelen was helemaal verdwenen, ik wandelde en keek, luisterde, rook, voelde en ging in een wei liggen om te rusten onder een eindeloze blauwe hemel. Ieder moment van de dag kon ik beslissen wat ik wou doen, iets of niets, alleen of met de aardige mensen op de camping. En dat is precies wat je in een burn-out weer moet leren. Het afwisselen van activiteit en passiviteit. Het luisteren naar grenzen en behoeftes. Doseren. Ritme vinden. Het innerlijk kompas weer voelen en volgen. Nee zeggen. Ja zeggen. Trouw zijn aan de eigen essentie. Terug in Nederland ging het langzaam beter. Met vallen en opstaan. Ik kon steeds iets meer. Iets meer prikkels. Iets meer buitenshuis. Iets meer verantwoordelijkheid. Iets meer in het middelpunt. Iets meer de touwtjes in handen. Ik maakte keuzes. Stopte en begon met dingen. Begon voorzichtig met re-integreren. Ging weer lesgeven, maar meer laid-back. Minder gejaagd. Nam meer tijd om voor te bespreken, om na te bespreken, om met studenten de essentie te vinden. Ik ging weer regisseren, coachen. Presenteerde weer en kon het nog, of weer, en vond het ook weer leuk. Bleef schrijven, dat paste me goed. En ik ging tangodansen, een droom van jaren, nu was er eindelijk tijd en ik deed het. Ik danste weer. Ik liet me leiden. Ik bleef wandelen, mediteren, lezen. Met mijn lief volgde ik trainingen bij het Centrum voor Tantra die ontzettend helend en inzicht gevend waren en verbindend: verbindend met mezelf, verbindend met mijn lief, verbindend met de mensen om me heen. Het aquarium loste op, het gordijntje voor mijn hart verdween, vaak. De man met de hamer bleef. Genadeloos. Ik maakte hem langzaam tot mijn vriend. Als hij toeslaat is het een fait accompli. Niets aan te doen, niets meer te doen. Plaats rust. Tot er nieuwe energie komt. Ik wil niet meer het klooster in. Ik wil weer de wereld in. Op de fiets op weg naar iets. En thuiskomen. Dingen doen. Maken. Genieten. En rusten. Niets doen. Beter in balans dan vroeger. Dichter op mijn essentie dan toen. 2017 was een leerzaam, rijk jaar. Ik dank 2017. Een jaar dat ik niet had willen missen. Nooit wil vergeten. En stap rustig en met een open hart 2018 in. Ik wens jullie een gelukkig 2018. Vol voelend in wat het brengt.

Laat een reactie achter