Aan tafel
De moeder van een vriend, zij dementeert
Hij zit bij mij aan tafel
Zoekt naar woorden voor de woorden die zij niet meer heeft
Ik geef hem water, dat hij vasthoudt met twee handen
Als hij niet weet hoe uit te leggen
Hoe hij zijn moeder wassen moest, daar waar hij vandaan kwam en haar nooit bekeek, zoals hij nooit een vrouw daar zag of streelde
Zij, die niet zo lang geleden nog zijn overhemden streek
Een kleine note erbij welk shirt bij welke blouse en welke knoopjes dicht en open
Hij is haar kwijt, snapt hij, en elke dag een niet voorstelbaar meer
Zij raast bij hem vandaan, exponentieel
Ontredderd, hulpeloos, hij wist niet dat het kon, niet bij te benen
Verdwijnt ze in een onbekende verte
Drie zonen en haar man laat zij hier achter in hun woordarm mannenland
Hoe moet dat zonder haar
Hoe moeten zij voor haar nu zorgen
En zorgen voor elkaar