Lege stoel

Een vader, mijn leeftijd, is dood. Corona nam hem mee. Zijn vrouw bleef achter. Zijn dochter. Eens streden wij samen voor het leven van onze kinderen. Hij op zijn gympen, ik in sandalen, flip-over vellen aan de muur. Negen paar ouders en negen dochters met hun spoken alleen. Wij tekenden een boom. De boom van…

Lees meer

2020

2019 rook naar augurken en nasi met saté en zoetzuur uit een goedbedoelde keuken van matige kwaliteit. Een jaar dat me neersloeg, verstikte, wanhoopte, bevrijdde, polijstte en verzachtte. 2020 verwelkom ik vriendelijk, nieuwsgierig en voorzichtig aftastend, als een onbekende gast, met onbekende verhalen en koffers met onbekende inhoud. Als een naderende lente, die haast onmerkbaar…

Lees meer

Laatste tuin

Eindhoven klonk mij als de laatste tuin, een kerkhof, vlakbij Helmond, ook niet al te vrolijk Ik kwam er toch studeren Lelijk was de stad Ze wist het en beklaagde zich, navelstarend in onzekerheid Weg zou ik gaan, wat ze nu ASAP noemen Maar bleef en baarde er mijn kinderen Zij spreken met een zachte g, een…

Lees meer

Paradijs

Dat mijn lichaam werkelijk hier is is onwerkelijk Dit paradijs sloot zich voor ons Wij aten van de appel Verbannen dwaalden we over campings met textiel en Hollanders Hun paradijs een slecht namaak van het onze Hier lig ik nu, alleen, jij maakt van je zus haar tuin een hof van Eden,  Gesmolten op de hete rots,…

Lees meer

Aan tafel

De moeder van een vriend, zij dementeert Hij zit bij mij aan tafel Zoekt naar woorden voor de woorden die zij niet meer heeft Ik geef hem water, dat hij vasthoudt met twee handen Als hij niet weet hoe uit te leggen  Hoe hij zijn moeder wassen moest, daar waar hij vandaan kwam en haar…

Lees meer

Huis van rouw

De gang vol grove stukken hout, gestapeld om het haardvuur aan te houden, als haven van gehavenden, plek van adem, het uiteengereten hart, van tijd die moet verstrijken en niet wil. De voorkamer. Hier stond jouw kist, beschreven door je vrienden: ‘nu ben jij een ster’. De banken leeg. De kamer stil. Je foto op de…

Lees meer

Versleten land

Te veel herinnering In iedere douchekop en op elke tree In iedere bocht, bij elke stap In elke rots gezichten In elke windvlaag stemmen van toen, verwaaid tot droog gefluister Kikkers kwaken constant schuld Krekels zingen schaamteloos en zonder einde, ze roddelen en schelden Alleen de nachtuil is zijn holle zelf, als ook een bange…

Lees meer

Als jij en ik

Als jij en ikIn therapieMet klachten over dit en dat, ja maar en toen en jij, nee jij, niet waarMet spijkers in water en slakken vol zout en elke koe uit elke slootMet woorden die de degens kruisenMet blikken van staalEn alles van gewapend beton De redeloze radeloosheidDe doodssteekHet vluchtenDe verlaten arenaHet niet meer durven…

Lees meer

Op de boerderij van mijn lief

Mijn lief woont sinds zijn scheiding antikraak. Een vervallen boerderijtje in de polder, dat vast zit aan een gigaschuur. De boer slaat er zijn bieten op, het wemelt van de muizen.Toen ik er kwam, voor het eerst, verwelkomd met een kaars en maal, schrok ik, want zoiets had ik niet verwacht. Ik voelde me weer puber,…

Lees meer

Carnaval

De stad is weer gekust, omhelsd en gewiegd. Ze danste heupwiegend, op de bar, op het plein, haar armen wijd, haar borsten vooruit. Ze zwaaide haar rokken, haar benen cancan en ze zong, zong, zong: van Roodkapje, d’n Egelantier en de Dancing Queen. In alter ego met wimpers als wimpels, met snor en met pruik: als cowboy,…

Lees meer