Lege stoel
Een vader, mijn leeftijd, is dood. Corona nam hem mee.
Zijn vrouw bleef achter. Zijn dochter.
Eens streden wij samen voor het leven van onze kinderen.
Hij op zijn gympen, ik in sandalen, flip-over vellen aan de muur.
Negen paar ouders en negen dochters met hun spoken alleen.
Wij tekenden een boom. De boom van ons verlangen.
Van kinderen, gezond en zelfstandig. Van samen met hen en ook los en een toekomst waarin het verleden verhaal. Van alles wat niet en zo werd gewenst. Een reisje. Plezier. Ruimte en tijd. Op stap zonder zorgen. Met je lief op de bank, de bel en daar is ze, ze praat honderd uit. Het leven geleefd, de spoken voorbij.
Een vader is dood.
Zijn vrouw.
Zijn dochter.