Mijn lief
L’ homme et sa trompette
We kopen brood op het marktje onder de platanen, één dorpje bergafwaarts van het zomerhuis van mijn schoonouders, in de zuidelijke regio Le Herault, anderhalf uur van Montpellier, waar we eens in de wittebroodsweken van onze verkering champagne dronken en oesters aten aan een roestig klaptafeltje naast de kraam van De Oesterman, getrakteerd door mijn nieuwe…
Lees meerHet kleine huis in de stad
Mijn lief is verhuisd. Na zes en een half jaar verliet hij zijn antikraakboerderij in de polder van het voormalige Zuiderzee-eiland Wieringen, met z’n slingerende holle weggetjes, de Wierdijk, de Waddenzee, de Afsluitdijk, het haventje van Den Oever met de lekkerste versgerookte zalm van het land. De boerderij was al uitgewoond toen hij er, net gescheiden, introk; de…
Lees meerAscou 4
Rouw Ik had pijn aan mijn zintuigen. Mijn handen, neus en mond, mijn ogen deden zeer van het missen. Iedere minuut was rauw en leeg en had het lang genoeg geduurd. We hadden het goed gedaan, dit afscheid. Het toneelstuk mocht voorbij zijn. Ascou mocht weer binnen komen lopen, een kopje geven, zich gelaten laten…
Lees meerAscou 3
In de vroege ochtend, voordat mijn kinderen, uitgeslapen na een nacht stappen, van hun vader naar mij gefietst kwamen en vóór de buurjongen de achterdeur zou opengooien en onze tuin in zou lopen voor een praatje begroeven we Ascou. Het mooiste en meest tamme poesje dat ik ooit heb gehad en Régis’ enige katje. Ik vroeg…
Lees meerAscou 2
Het spijt me verschrikkelijk dit te moeten schrijven. Ascou, ons kleine Franse poesje, is dood. Aangereden door een auto achter de Jumbo. We zijn ontzettend verdrietig. Straks begraven we hem in mijn tuin en beplanten zijn grafje met bloeiende vergeet-mij-nietjes. Hoe moet je loslaten als je niet wilt loslaten? Ascou, Scoutje, Assepoes de Plassepoes, Wortel,…
Lees meerParadijs
Dat mijn lichaam werkelijk hier is is onwerkelijk Dit paradijs sloot zich voor ons Wij aten van de appel Verbannen dwaalden we over campings met textiel en Hollanders Hun paradijs een slecht namaak van het onze Hier lig ik nu, alleen, jij maakt van je zus haar tuin een hof van Eden, Gesmolten op de hete rots,…
Lees meerAscou 1
Op de markt in Marcillac krijgen we een babypoes van een boerin die er teveel heeft en ze liever weggeeft dan verdrinkt. Hij is een week of zes, broodmager, oranje met een zwarte vlek op z’n oor en met donkergele ogen. Hij zit bij Régis op de schouder. Régis, die allergisch is voor katten en er nooit een had of…
Lees meerVersleten land
Te veel herinnering In iedere douchekop en op elke tree In iedere bocht, bij elke stap In elke rots gezichten In elke windvlaag stemmen van toen, verwaaid tot droog gefluister Kikkers kwaken constant schuld Krekels zingen schaamteloos en zonder einde, ze roddelen en schelden Alleen de nachtuil is zijn holle zelf, als ook een bange…
Lees meerAls jij en ik
Als jij en ikIn therapieMet klachten over dit en dat, ja maar en toen en jij, nee jij, niet waarMet spijkers in water en slakken vol zout en elke koe uit elke slootMet woorden die de degens kruisenMet blikken van staalEn alles van gewapend beton De redeloze radeloosheidDe doodssteekHet vluchtenDe verlaten arenaHet niet meer durven…
Lees meerDodenherdenking in Hippolytushoef
Mijn lief, de Fransman, wou de doden herdenken, hij doet dat graag gezamenlijk, waar ik ze eerder zelf gedenk en niet alleen vandaag. Dit keer op Wieringen, het eilandje in Noord-Noord-Holland, waar hij antikraakt. We waren te laat voor de mis in de Hippolytuskerk, een roodbruin baksteenkerkje op een terp met oeroude scheefgezakte graven. Zelfs de torenspits…
Lees meer